Fimoklei als spiegel zeggen wat je bedoelt, bedoelen wat je zegt
- bartpookvennix
- 20 jul
- 2 minuten om te lezen
Soms komt er zo’n vraag binnen waar je meteen warm van wordt. Een begeleidingsverzoek voor een jonge man een denker, een voelend mens met potentie, maar ook met hobbels op zijn pad.
We zeiden vol overtuiging: ja, dit gaan we doen. Want begeleiden is voor ons niet iets wat je op iemand toepast. Het is iets wat je samendoet. In verbinding. Met wederzijds respect.
Geen mens is een etiket
De jongeman die we begeleiden heeft kenmerken die passen bij autisme. Dat betekent dat sommige dingen anders landen dan bij mij. Waar ik vanuit mijn spontaniteit iets luchtigs roep, kan hij daar juist houvast of verwarring in zoeken.
Hij is geen diagnose. Hij is een mens met observatievermogen, gevoeligheid, en een behoefte aan duidelijkheid die ik steeds beter begin te begrijpen.
Een goed bedoelde opmerking en een waardevolle les
Zo liet ik me tijdens een gesprek ontvallen: “Volgende week kun je ook gaan fimokleien!”
Gewoon, spontaan. Een speelse suggestie. Maar een week later zei hij kalm, helder:“Ik wil niet knutselen. En al helemaal niet fimokleien.”
En terecht.
Want wat voor mij slechts een idee was, was voor hem iets wat bleef hangen. Misschien zelfs als een afspraak. En dat was voor mij een belangrijk leermoment.
Mijn spontaniteit is een kracht, maar ook iets om bewust van te zijn. Zeker in contact met mensen die juist floreren bij voorspelbaarheid en duidelijkheid.
Samen leren oprecht en gelijkwaardig
We hebben het uitgesproken. Niet alleen over fimoklei, maar over het grotere plaatje: dat we van elkaar mogen leren. Dat hij fouten mag maken, en ik ook.
En dat het helpt als we onderweg geregeld even bij elkaar inchecken. Niet pas als er iets schuurt, maar juist ook tussendoor. Gewoon: hoe is het nu voor jou?
Dat kleine ritueel van afstemmen, dat maakt het verschil.
Een uitdaging, een kans
Deze begeleiding is voor mij niet alleen werk, het is een uitdaging waarin ik zelf óók groei. Ik leer om mijn taal nog bewuster te kiezen. Om mijn enthousiasme te temperen als de situatie daarom vraagt.
En ik hoop dat hij, over een jaar, net als ik, kan zeggen: ik ben gegroeid. In vertrouwen, in rust, in mezelf.
Want dat is het mooiste wat er is: samen onderweg zijn. Niet altijd rechtlijnig. Soms struikelend. Maar wel echt.

Opmerkingen