" Geen tralies, maar vertrouwen"
- bartpookvennix
- 18 mei
- 3 minuten om te lezen
Ik mag weer even genieten van twee weken op het prachtige Lanzarote. Een plek waar de zon je in de ochtend vriendelijk wakker kust, waar de zee altijd dichtbij is, en waar de dagen nét iets langzamer lijken te gaan. Heerlijk! Maar zoals altijd – zelfs op vakantie – staat mijn zorgbrein nooit helemaal stil.
Vorige week gebeurde er iets bijzonders.Ons alarmsysteem hier op het eiland besloot er plotseling mee te stoppen. Een vreemd piepje, knipperende lichtjes, maar geen geruststellend signaal van: “Alles is veilig.” En eerlijk? Dat voelde… ongemakkelijk. Een beetje kwetsbaar zelfs. Dus belden we de alarmdienst.
En wat denk je? Wie kwam er opdagen? Geen stoere Spaanse man met een gereedschapskoffer, maar een stralende vrouw met pit en kennis van zaken! Wat een verademing. Vol enthousiasme en vakkundigheid bracht ze het systeem weer tot leven. Ik vond het stiekem prachtig – een krachtige vrouw die moeiteloos de techniek weer onder controle kreeg. Hulde!
En terwijl zij druk bezig was en ik een beetje stond te mijmeren in de deuropening, viel me iets op: Bijna elk huis hier is goed beveiligd. Tralies voor de ramen, stevige hekken, sloten, camera’s – noem maar op. In Spanje is het blijkbaar de normaalste zaak van de wereld om je huis letterlijk te beschermen.
En toen dacht ik ineens: hoe logisch is dat eigenlijk? Want je huis is je veilige plek. Je eigen cocon. Natuurlijk wil je dat beschermen. Maar wat als je je huis moet loslaten? Wat als jouw veilige plek ineens een kamer in een zorginstelling wordt?
Een huis is namelijk meer dan bakstenen en dakpannen. Het is je veilige haven, je plek van rust, je eigen wereld. En mensen willen die veiligheid beschermen. Vanuit angst? Misschien een beetje. Maar vooral vanuit liefde. Voor wat ze opgebouwd hebben. Voor wat van hén is.
En toen sloeg de zorgknop aan in mijn hoofd…
Van thuis naar 'het huis'
Want wat doen we in de ouderenzorg? We vragen mensen om hun eigen huis, hun veilige cocon, hun vertrouwde plek achter te laten. En dat is geen kleinigheid. Dat is alsof je iemand vraagt zijn alarm uit te zetten, het hek open te laten en de voordeur op een kier te zetten… zonder te weten wie er binnenkomt.
Ik zie ouderen die vanuit hun eigen huis naar een verzorgingshuis verhuizen. En wat kom je dan tegen? Weerstand. Wantrouwen. Verdriet. Maar begrijp je dat eens goed: wie jarenlang alles heeft gedaan om zijn of haar huis te beschermen, die laat dat niet zomaar los. Je laat niet alleen je meubels achter, je laat een stukje van jezelf achter. Je gewoontes. Je geur. Je ritme. Je muren vol herinneringen.
De sleutel tot vertrouwen
Wat kunnen wij als zorgverleners daarmee? Allereerst: begrip tonen. Echt luisteren. Niet te snel willen veranderen of 'herinrichten'. Laat iemand zijn eigen ritueel houden. Dat kopje thee op dezelfde tijd. Dat favoriete plekje bij het raam. Die foto die schuin moet hangen, want “zo hangt ’ie al 30 jaar”.
En laten we niet vergeten: je eigen plek geven betekent ook regie geven. Niet alles hoeft overgenomen te worden. Laat mensen kiezen. Laat ze aangeven wat werkt. En als het niet lukt om het 'oude huis' mee te nemen, laten we dan samen proberen om het 'nieuwe huis' zo persoonlijk mogelijk te maken. Geen zorginstelling, maar een thuis met een hart.
Het signaal dat je veilig bent. Dat er op je gelet wordt. Dat je gezien wordt.
In Spanje beveiligen ze hun huizen met tralies en alarmsystemen, maar in de ouderenzorg doen we dat hopelijk met ritme, aandacht en warmte. Terwijl de ze ons alarm herstelt, denk ik aan al die ouderen die hun veilige thuis moesten loslaten. Hoe mooi zou het zijn als wij, zorgverleners, ook dat stille piepje mogen zijn—dat teken dat je veilig bent, dat er op je gelet wordt, dat je gezien wordt. Want zorg begint niet bij regels, maar bij mensen en hun behoefte aan veiligheid en verbondenheid.
Zorg begint bij mensen. Bij hun verhalen. Bij hun behoefte aan veiligheid, gehoord worden en blijven wie ze zijn – ook als hun wereld verandert.

Broeder Bartje
Comentarios